Wat heb ik nodig?

Als je de overstap wilt maken en je binnenband wilt laten vervallen, heb je het volgende nodig om succesvol over te stappen:

• Tubeless ready wielen
• Een tubeless ventiel, deze worden vaak meegeleverd met de wielen, maar zijn ook los verkrijgbaar.
• Tubeless velglint
• Tubeless ready banden
• Tubeless vloeistof (Tyre Sealer)
• En natuurlijk een fietspomp of luchtcompressor.

Er zijn verschillende soorten tubeless vloeistoffen verkrijgbaar. In de basis zijn ze allemaal ontworpen om kleine gaatjes in de banden te dichten en, wanneer je lek rijdt, het lek op te sporen en te dichten. De tubeless sealant of latex dicht het lek in de band zelf, afhankelijk van de grootte en het soort lek. Veel tubeless vloeistoffen bevatten echter producten die niet erg milieuvriendelijk zijn. Tyre Sealer is een variant die milieuvriendelijk is omdat het gebruikmaakt van plantaardige grondstoffen.

Hoe maak ik mijn banden tubeless?

Monteer het velglint

Controleer of je velgen al velglint hebben. Dit is eenvoudig te zien: zie je de spaken aan de binnenkant van je velg? Dan moet je zelf nog velglint installeren. Is de binnenkant glad? Dan kun je deze stap overslaan. Als je velglint moet installeren, zorg er dan voor dat je het hele wiel rondgaat en het velglint ongeveer 30 cm laat overlappen, dus ook over het ventielgat. Prik tot slot een klein gaatje bij het ventielgat, waar straks het tubeless ventiel doorheen kan. Zorg ervoor dat het een rond gaatje wordt, dus gebruik een naald, speld of priem om dit te doen. Op deze manier voorkom je dat het gat inscheurt.

Monteer het tubeless ventiel

Nu je het gaatje hebt geprikt in het velglint, duw je het tubeless ventiel er rustig doorheen en schroef je het moertje erop. Draai het moertje stevig vast, maar denk eraan: "vast is vast". Als je het te strak aandraait, bestaat er een kans dat je de velg beschadigt.

Leg de banden om de velg

Nu is het tijd om je tubeless ready banden om de velg te leggen. Begin precies tegenover het ventiel en werk rondom naar het ventiel toe.

Pomp de band op

Maak de banden vast om de velg zonder sealant. Pomp de band op; dit is het gemakkelijkst met een compressor, maar het kan ook met enige moeite met een gewone pomp. Je weet dat de band goed in de velg zit wanneer je een luide plop hoort. Als je de band stevig hebt opgepompt en nog niets hebt gehoord, laat dan de lucht eruit lopen en pomp opnieuw. Soms kan dit 2 of 3 keer nodig zijn. De plop komt van de hielranden van de band die zich in de velg vastzetten.

Breng de tubeless vloeistof aan

Nu de banden goed om de velg zitten, is het tijd om de sealant toe te voegen. Dit kan op twee manieren: de eerste is via het ventiel, over het algemeen de beste manier. In dit geval haal je de ventielkern uit het ventiel en giet je de sealant via het ventiel in de band. Je kunt ook een klein stukje van de band losmaken en de sealant direct in de band gieten. In dit geval is het handig om een bandenlichter te gebruiken. 

Verschillende banden hebben verschillende hoeveelheden tubeless sealant nodig: 

- MTB 29": 80 ml
- MTB 26": 60 ml
- Cross/Gravel: 60 ml
- Racefiets: 40 ml 

Deze hoeveelheden zijn gebaseerd op Tyre Sealer. Als je een ander merk tubeless sealant gebruikt, raadpleeg dan de verpakking voor de juiste hoeveelheden. Nadat je de sealant hebt toegevoegd, draai je de ventielkern weer terug in het ventiel en pomp je de band op tot de juiste druk.   

Zorg ervoor dat de sealant de hele band bedekt

Draai het wiel met de band rond en kantel het een beetje van links naar rechts. Op deze manier zorg je ervoor dat de sealant de hele binnenkant van de band bedekt. Nadat je dit hebt gedaan, kun je de band op de fiets plaatsen en een rondje gaan rijden. 

Nu je je banden net tubeless hebt gemaakt, kan het zijn dat je in de eerste paar dagen je banden iets vaker moet oppompen.

Doordat de sealant zijn werk moet doen en de kleine gaatjes in de banden moet dichten, kan er in de eerste 24 tot 48 uur nog een redelijke hoeveelheid lucht ontsnappen. Pomp de band gewoon een paar keer op tot de juiste druk. Als de band na 48 uur nog steeds snel leegloopt, controleer dan of je alle stappen correct hebt gevolgd, of je velg of banden mogelijk toch niet geschikt zijn voor tubeless gebruik, of voeg extra sealant toe.

Oh, en als je een keer lek rijdt, vul dan de sealant weer aan door de laatste stappen te herhalen. Houd er rekening mee dat tubeless sealant in de band opdroogt. Hoe snel dit gebeurt, hangt af van de weersomstandigheden, of je wel of niet lek hebt gereden en of je je fiets op een warme of koude plaats hebt gestald. Controleer elke 4 weken of je tubeless vloeistof nog vloeibaar is. Schud simpelweg even met het wiel en luister. Als de sealant niet meer vloeibaar is, kun je deze aanvullen door de laatste 2 stappen te herhalen. Haal elke zes maanden je banden helemaal van de velg om het opgedroogde sealant uit de banden te verwijderen. Op die manier voorkom je dat je fiets onnodig veel zwaarder wordt. Ieder grammetje telt, toch?

Zijn jouw banden geschikt?

Let op: sommige wielen zijn niet geschikt om omgebouwd te worden naar tubeless. Maar de meeste moderne wielen zijn al "tubeless ready". Bij duurdere wielen is vaak al velglint geïnstalleerd en wordt er een tubeless ventiel meegeleverd, maar dit is niet altijd het geval. Controleer daarom altijd de instructies van de fabrikant van je wielen. Als je toch een tubeless ventiel moet aanschaffen, let dan vooral op de hoogte van het ventiel, omdat dit afhankelijk is van je velg.

Op de banden waar aanduidingen zoals TLR (Tubeless Ready) of TLE (Tubeless Easy) op staan, die geven aan dat de banden geschikt zijn. Inmiddels heeft elke serieuze bandenfabrikant wel tubeless banden in hun assortiment, dus de kans is groot dat jouw favoriete merk ook tubeless banden heeft.